Hoe schrijf je een boek?

Oergevoel

Toen ik voor de eerste keer voet zette op Canadese bodem was ik 9 jaar oud. We – ik was samen met mijn ouders en mijn zusje – vlogen van Schiphol naar Vancouver en stapten daarna in een kleiner toestel naar Penticton. Onze oom haalde ons op met de auto. Tegen deze urenlange rit keken mijn zusje en ik het meeste op, maar we waren te moe om wagenziek te worden. Middenin de nacht werden we wakker in een vreemd bed. ‘Stt,’ zei mijn moeder, ‘iedereen slaapt nog.’

Esdoorn

Canada. Van jongs af aan houd ik van de klank van de naam. Canada, vol met a’s – ik spreek het uiteraard niet uit als ‘kannada’ zoals sommige mensen. Ik houd van de vlag, rood-wit met het blad van een esdoorn erop, natuur. Ik houd van het feit dat mijn oom juist daar was gaan wonen. In het land dat onbekender was dan de Verenigde Staten en ruiger dan het wildste stukje van Europa. Op 20-jarige leeftijd was oom Piet er naartoe verhuisd. Om er te werken, om goud te zoeken en om te jagen. Een echte avonturier. En nu sliepen we in zijn huis. 

Open mond

Toen de zon op kwam en ik de bergen zag, met stijle hellingen waarvan ik zeker wist dat nog nooit een menselijk wezen voet had gezet op precies dat stukje van de aarde, kon ik mijn enthousiasme niet meer bedwingen. Mijn mond viel open en in mijn borst voelde ik het oergevoel. Het gevoel dat je weet dat je onderdeel bent van een groter geheel, van een wereld die er al was lang voordat jij werd geboren. Als heel lang. Ik voelde me in contact met de draaiende lavamassa in de kern van de planeet, vulkanen die gesteente opstuwde en bergen vormen, de eerste zoogdieren die aan land kropen, woorden als Paleoceen, Jura en Devoon. In mijn hoofd zag ik de afbeeldingen die mijn zusje en ik zo vaak hadden gezien in het natuurhistorisch museum in Leiden. 

Onze eerste stap op Candese bodem is ruim 40 jaar geleden. Mijn oom leeft niet meer en ik schrijf tegenwoordig boeken. En nu heb ik bedacht dat mijn volgende thriller zich moet spelen in Canada, en moet gaan over een man die erg lijkt op mijn oom. Ik heb alleen geen idee hoe ik moet beginnen.