Treinleven

De nachttrein

Kwart over drie ’s nachts. Het is heet in de wachtkamer van het Hauptbahnhof in Salzburg. Er hangt een bedompte zweetlucht. Blote armen en benen, voeten. In de kleine ruimte zitten zo’n 12 vakantiegangers. Ze slapen. Tegenover me zit een vrouw, schoenen uit, leunend tegen haar tas. Haar T-shirt is omhoog geschoven, een witte buik kruipt naar buiten. Naast haar ligt een man. Hij heeft zijn rug acrobatisch over de stoelleuning gekromd. Zijn tas gebruikt hij als kussen. Achterin hangt een man zover naar voren dat zijn hoofd bijna de vloer raakt. Naast hem zit een Indiër die zijn hoofd naar achteren heeft laten vallen, mond wijd open, en schaamteloos snurkt. Jasmijn vindt een plek tussen een roodharige student in de foetushouding en een stopcontact. Ik hoor dat ze haar lader erin steekt.

We hebben een heerlijke vakantie gehad. Noord-Italië, de bergen, Verona. Salzburg ligt dus behoorlijk uit de route en stond niet op ons reisschema.
Het begon toen we dit jaar besloten met de nachttrein te reizen: beter voor het milieu dan vliegen en leuk om ‘ns mee te maken. De heenreis was prima te doen (oké, het bed was te kort was voor mijn man en we konden door het geschommel niet slapen, maar het was te doen). In de woorden van Jasmijn: ‘De nacht was kut, maar de ervaring was goed.’
De vakantie die erop volgde was heerlijk en autoloos. Geen gedoe met parkeren, routes zoeken en wie-is-eigenlijk-de-Bob-blikken over de cafétafel vol Aperol Spritz. De benenwagen en de bus bevielen ons uitstekend.

Op de terugreis ging het mis. Vandaar dat we nu op deze vreemde plek zijn aanbeland. De liggende man strekt zijn benen uit en legt zijn gympen op de schoot van de vrouw naast hem. Met een vies gezicht duwt ze ze van zich af. De man gaat rechtop zitten, brabbelt wat dronken taal uit – volgens mij in het Duits, maar het kan een andere taal zijn – en valt weer in slaap. Er gaat een ringtoon af. Iedereen opent geïrriteerd zijn ogen, behalve de dronken man, die er met zijn oor op lijkt te liggen. Het geluid gaat veel te lang door voor een telefoontje. Zou het zijn wekker zijn? Moet hij een trein halen? Een oudere dame probeert hem voorzichtig wakker te schudden. Hij blijft slapen. Opnieuw legt hij zijn voeten op de schoot van de vrouw naast hem. Opnieuw duwt ze ze weg. Opnieuw brabbelt hij wat in zijn slaap. Ik hoor dat Jasmijn haar lach probeert in te houden, maar het lukt haar niet. Deze plek, met deze mensen, deze hitte, deze geur, op dit tijdstip, het is te bizar voor woorden. Met de slappe lach staat ze op en loopt de stationshal in.

De reis naar de nachttrein was krap geboekt (netjes via de treinreiswinkel). We hadden 8 minuten overstaptijd, wat niet genoeg bleek. Onze aansluitende trein had een half uur vertraging en hoewel ‘normal die Nachtzug wart auf dieser Anslussung’ was hij in geen velden of wegen te bekennen toen we om 9 uur ’s avonds in Innsbruck arriveerden.
Bij het loket van de ÖBB werden we keurig geholpen. We kregen hotelbonnen en mochten ons melden bij het Ibis-hotel aan de overkant van het station. We waren moe en bezweet en de belofte van een douche maakte de vertraging bijna goed. Een chagrijnige mevrouw achter de balie van het hotel vertelde ons echter dat ze volgeboekt was. Terug op het station bleken alle loketten van de ÖBB inmiddels gesloten. We besloten door te reizen.
Er ging geen rechtstreekse trein naar München meer, dus wachtten we tot we om kwart voor 1 op de trein naar Salzburg konden stappen om van daaruit naar München te reizen. Met volle koffers en zonder stoelreservering zochten we tussen de slapende mensen naar vrije plaatsen. Om 3 uur kwamen we in Salzburg aan.

Het is inmiddels kwart over 4. We staan op om de trein van Salzburg naar München te halen. De rest van de mensen blijft liggen. We weten nog niet dat onze reis nog ruim 12 uur zal gaan duren, dat we nog twee keer vertraging zullen hebben: een keer vanwege een agressieve man en een arrestatie en een keer omdat een trein niet verder kan rijden en we met de bus verder vervoerd worden.
‘Wat een kutreis,’ zegt Jasmijn terwijl we naar het perron lopen, ‘maar de ervaring is top!’